Een generatie voetballers verliest zijn vrolijke gezicht

15 juli 2017(NOS.nl)–“Ik hou van je Vlappie”, roept Abdelhak Nouri naar Michel Vlap, terwijl hij met zijn vingers een hartje maakt. Het is de zomer van 2016. Op het trainingsveld van Oranje onder 19 in het Zuid-Duitse Ulm bedankt Nouri zijn medespeler op deze manier voor het terugschieten van een bal. Even zijn liefde tonen. Met een knipoog, maar gemeend.

Dat Nouri mogelijk nooit meer een hartje met zijn vingers kan maken, komt hard aan. Bij zijn familie en vrienden vooral, maar ook bij fans en teamgenoten, zo bleek vrijdagavond eens te meer bij het ouderlijk huis van Nouri in Amsterdam-Geuzenveld.

Drie zomers van huis

Nouri is het boegbeeld van een generatie, van een groep die de toekomst van het Nederlandse voetbal vormt. Luisterend naar namen als Donny van de Beek, Frenkie de Jong, Steven Bergwijn, Jari Schuurman en Sam Lammers. Het grootste talent was de kleine man van Ajax, zo vonden velen.

Met een deel van zijn lichting, de voetballers geboren in 1997, was Nouri de afgelopen drie zomers van huis. In 2014 veroverde hij zilver op het EK onder 17 in Malta en de afgelopen twee jaar strandde hij in de groepsfase van het EK onder 19 in respectievelijk Griekenland en Duitsland.

Nouri kende geen twijfel over zijn generatie. “Ik weet zeker dat we echt heel goed zijn. Je gaat zeker meer van ons zien.”

Met deze jongens groeide hij op. Elkaar treiterend, elkaar opzwepend, elkaar motiverend en elkaar steunend. Met vriend Steven Bergwijn gaat hij het verst terug. Vanaf de F-jes speelden ze samen bij Ajax. In 2011 werden de twee gescheiden, toen Bergwijn Ajax verruilde voor PSV. “Maar de band tussen Stevie en mij is niet te breken”, zei Nouri daarover.

Gehinderd door de ramadan stelde Nouri in de Griekse hitte teleur op het EK onder 19 van 2015. Een jaar later kwam hij in Duitsland een stuk beter voor de dag, met onder meer een magistrale assist tegen Kroatië en een rake vrije trap tegen Duitsland.

Meer nog dan zijn voetbalkwaliteiten viel echter zijn persoonlijkheid op. Hij voelde en nam verantwoordelijkheid. Op een prettige, natuurlijke manier was Nouri de absolute leider. En de anderen accepteerden dat. Ze luisterden naar hem. Wat hij zei, deden ze.

Hij motiveerde iedereen, met zijn gedrag, zijn humor, met een praatje, of met een whatsappje. Hij was een sociale leider. Niet voor niets maakte Aron Winter hem twee jaar op rij aanvoerder.

“Dat gaat bij mij vanzelf, zit in mijn systeem, altijd al gehad”, vertelde Nouri. “Binnen het veld en ook daarbuiten. Ik houd in de groep alles bij en praat veel.”

Daarnaast is Nouri een rustige, uiterst beleefde en vriendelijke jongen. Een jongen die zich excuseert als hij door het dragen van een kratje water geen hand kan geven. Zijn populariteit veranderde hem niet. De aandacht maakte hem niet anders. “Ik blijf vrolijk”, zei hij. “Bij mij gelukkig geen hoogmoed en ook niet bij mijn familie.”

‘Ik gun het ze’

Dat Nouri als vaandeldrager van een sterke generatie twee jaar achtereen actief was op het EK onder 19 was een teken dat zijn ontwikkeling niet heel snel ging. Donny van de Beek werd twee jaar op rij opgeëist door Ajax en Frenkie de Jong was er de tweede keer ook niet bij.

De directe keuze tussen het eerste team van zijn club en spelen voor onder 19 hoefde Nouri niet te maken. Dat stak niet. “Jammer dat ze er niet bij zijn, want ik wil graag met zulke spelers spelen. Aan de andere kant ben ik blij voor hen. Ik gun het ze.”

Nouri meende het, dat viel te lezen in zijn ogen. Hij mocht dan smachten naar een eerste optreden in het eerste van zijn club, hij mocht dan slecht slapen van een aanstaand debuut, zijn zelfvertrouwen leed er niet onder en zijn menselijkheid ook niet.

Zijn moment kwam op 21 september 2016. Zijn debuut tegen Willem II. Met een goal nog wel, uit een vrije trap. Een magische avond in de Arena. “Nouri, Nouri, Nouri”, galmde door het stadion.

Fijne verjaardag

Op 2 april, op zijn twintigste verjaardag, mocht hij nog invallen tegen Feyenoord. Weer galmde het ‘Nouri, Nouri, Nouri’ door het stadion. Na afloop bleef hij als laatste hangen, nog even langs bij de fans. Hij gaf zijn shirtje weg, maakte een praatje en ging op de foto.

“Ik neem altijd tijd voor iedereen”, vertelde hij. “De tijd die ik kan nemen, probeer ik te investeren in de mensen. Die zijn er voor jou en ik moet er ook voor hen zijn. Ik vind het alleen maar mooi om iets terug te geven. Vooral aan de mensen achter de goal, de gehandicapte mensen. Die pakken mij toch meer. Daar wil ik altijd langsgaan.”

Zijn spaarzame kansen in het eerste zaten hem dwars. “Ik wil meer”, gaf hij aan. “Natuurlijk. Logisch toch? Maar we zijn bezig. Ik kijk uit naar de toekomst.” Dit moest zijn seizoen worden. Geen zomer met Oranje, maar een zomer bij Ajax.

Maar afgelopen donderdag kwam het verschrikkelijke bericht van Ajax. Met woorden van Edwin van der Sar die keihard aankomen. “Abdelhak is zo’n groot talent, maar helaas zullen we nooit weten hoe ver zijn ster gereikt zou hebben als dit niet was gebeurd.”

Hartjes terug

Nouri maakte hartjes naar de mensen om wie hij gaf en kreeg de afgelopen week vanuit de hele wereld hartjes terug. Ook van zijn generatiegenoten. Van Michel Vlap, tot Frenkie de Jong, Jari Schuurman, Donny van de Beek en zijn grote vriend Steven Bergwijn. Van Ajax tot Feyenoord, PSV en sc Heerenveen.

Een generatie huilt om de toestand van zijn aanvoerder. Een generatie is zijn vrolijke gezicht kwijt. Voor altijd.

Maar Nouri zal hoe dan ook verbonden blijven aan deze groep. Hij wordt nooit vergeten. Als Van de Beek ooit in Oranje speelt, zal hij aan zijn maatje denken. Het hart van Nouri klopt voor altijd in de harten van velen en zeker in die van zijn generatiegenoten.

#StayStrongAppie

Het feestje van Sneijder gaat nog wel even door

19 juni 2017(Goal.com)–Een droomavond voor Wesley Sneijder in Rotterdam. Op zijn 33ste verjaardag werd hij recordinternational. Onder het toeziend oog van vrouw en kinderen.

De bus van Oranje komt aan bij De Kuip. Aanvoerder Arjen Robben sprint als eerste naar binnen. Daarna volgt Wesley Sneijder. Hij knikt naar een aanwezige journalist en opent de kleppen van de kofferruimte. Ook zijn taak vandaag blijkbaar. Sneijders koffer staat slim voorin en hij wandelt als tweede het stadion in. De nummers een en twee in de hiërarchie van Oranje lopen ook buiten het veld voorop.

Zwaaien naar tribune 

Als Sneijder en co het veld betreden voor de warming-up kijkt de middenvelder eerst naar de tribune. Hij zwaait, lacht en steekt zijn handen omhoog naar het vak met vrienden en familie op de tweede ring, boven de perstribune. De gebaren zijn in eerste instantie vooral bestemd voor zoon Jessey van 10 jaar oud. Even later meldt ook vrouw Yolanthe zich met zijn kleinste zoon Xess Xava. Het mannetje van een jaar oud zet zijn handen tegen de glazen wand. Of hij al helemaal doorheeft dat zijn vader daar op het veld staat, is ondanks het enthousiasme van zijn omgeving de vraag.

Op de schermen aan weerszijden van de tribunes komen beelden voorbij uit de interlandloopbaan van Sneijder. Van die kopbal tegen Brazilië in de kwartfinales van het WK van 2010 bijvoorbeeld. Inclusief het commentaar van Frank Snoeks. Op de tribune wordt voor de aftrap een groot spandoek ontvouwen met daarop de beeltenis van een juichende Sneijder na die goal, met Sneijder wijzend op zijn hoofd.

Een goal 

Dan de wedstrijd. Dick Advocaat heeft bij de start van zijn nieuwe periode als bondscoach niet voor niets zijn vertrouwen gegeven aan de oude garde. Hij legt de verantwoordelijkheid bij Robben en Sneijder, omdat hij weet dat dat wel aan hen besteed is. Robben opent de score en de splijtende pass is van Wesley, maar niet Wesley Sneijder, maar van Wesley Hoedt. De voorassist is wel van Sneijder.

Ook Sneijder slaagt erin om te scoren. Hij krijgt de bal van Memphis Depay en haalt uit voor zijn 31ste goal in het Nederlands Elftal. Sneijder laat zich meer zien. Met zijn uitzonderlijke passing, over het hele veld in de voeten van Arjen Robben. Met zijn inzicht. En met zijn energie. Hij loopt zich de longen uit het lijf. In de 82ste minuut krijgt Sneijder een publiekswissel. De toeschouwers roepen “Sneijder kampioen” als hij het veld afloopt.

Eerbetoon 

Na het laatste fluitsignaal klinkt uit de speakers André Hazes, die net als Sneijder een echte volksjongen was. “Ik leef m’n leven, zoals ik dat wil”, wordt gezongen. Sneijders favoriete Hazes-lied.

Meer eerbetoon in de kleedkamer. Uit handen van Hans van Breukelen, de technisch directeur van de KNVB, krijgt hij een schaal met daarin gegraveerd al zijn interlands. Van de spelers krijgt hij een shirt, gesigneerd door allen. Arjen Robben geeft een speech en dan wordt het emotioneel. Met Robben heeft Sneijder generaties en coaches overleefd, hoogte- en dieptepunten meegemaakt sinds zijn debuut tegen Portugal in 2003. Hij en Robben zijn nog over. Met weer Advocaat nu als coach.

https://twitter.com/JesseWieten/status/873241349537091584

Ook Sneijder zelf doet zijn zegje in de kleedkamer. Hij vertelt over hoe belangrijk Oranje voor hem was en is. En hoe belangrijk het is om grote toernooien te spelen. En hoe belangrijk het voor deze groep is om zich voor het WK te plaatsen.

Het mooiste 

In de studio bij de NOS zegt Sneijder wat hij het mooiste van de avond vindt. Niet verrassend. “Dat iedereen die me in al die jaren heeft gesteund vanavond aanwezig was op de tribune. Ik ben ze enorm dankbaar voor de ruimte die ze me geven om op dit niveau nog steeds te presteren. Met name mijn vrouw, mijn familie en de kinderen.”

“En ik ga nu heel snel naar ze toe”, voegt Sneijder toe.

Lof van Strootman 

Tijd voor een rondje in de mixed zone heeft Sneijder daardoor niet. Kevin Strootman blijft lang hangen en looft zijn teamgenoot. “Hij ziet nog steeds dingen die andere spelers niet zien. Hij kan zo snel te handelen, met links en rechts, met passes.”

“Wesley is belangrijk voor deze ploeg met zijn kwaliteiten, maar ook met zijn leiderschap in de kleedkamer, in het hotel”, gaat Strootman verder. “Voor iedereen is hij een voorbeeld. Hij helpt jonge spelers,  is positief en houdt de groep bij elkaar. Dat hebben we nodig. En hij gaat nog met veel plezier naar Oranje. Die kritiek dat hij alleen maar overkomt om zijn record te pakken, begrijp ik niet. Het geeft juist zijn bereidheid aan. Hij stopt nog lang niet dus we kunnen nog lang van hem genieten.”

Weer Hazes

In de perskamer in De Kuip is het lang na de wedstrijd nog verre van stil. Uit de ruimte erboven dreunt luide muziek. Van André Hazes. De Vlieger klinkt om een uur of een. Dat moet haast wel het welverdiende feestje van Sneijder zijn. Dat gaat nog wel even door. En zijn interlandloopbaan ook.

Het belangrijkste: ‘vader’ Robben blijft fit

4 juni 2017 (Goal.com)–Met een gretige Arjen Robben versloeg het Nederlands Elftal zondag in Rotterdam Ivoorkust. De aanvoerder toonde zich klaar voor zijn missie.

Het was een aandoenlijk gezicht. De spelersbus van Oranje kwam aan bij De Kuip, Arjen Robben stapte uit en liep gelijk door naar een klein gezelschap achter de bus. Bij het dranghek stonden zijn vrouw Bernadien en zijn kinderen Luka, Kai en Lynn. Robben omhelsde ze, maakte een praatje en gaf ze een kus, waarna hij zich met zijn ploeggenoten richting kleedkamer begaf.

Op het veld liet Robben een heel andere blik zien. Weg was even de lieve vader. Nu was hij de strenge vader. Streng over zijn kroost, de spelers van Oranje. Daar was de verbeten blik van de aanvoerder die met Oranje naar het WK wil. Hij riep zijn teamgenoten bij elkaar voor de aftrap. Ze maakten een rondje samen, armen in elkaar, en de captain sprak. “Hier begint de WK-kwalificatie”, riep hij.

Concentratie

De 33-jarige aanvoerder eiste vijf dagen voor het WK-kwalificatieduel met Luxemburg opperste concentratie. Robben gaf het goede voorbeeld. Na de 1-0 van Joël Veltman eiste hij een strafschop op en schoot die binnen, de 2-0 in de 32ste minuut zijn 32ste interlandgoal.

Dat Vincent Janssen eerst de bal in handen had, deed niet ter zake, legde Robben na afloop fijntjes uit. Hij vond dat hij hem moest nemen en daarmee klaar. “Alles in het belang van het team. Daar was verder geen discussie over”, zei Robben.

Ook gaf Robben met een indraaiende voorzet van rechts de assist op de 3-0, de tweede goal van Veltman. In de tweede helft speelt Robben aan de kant van zijn familie. Hij maakt af en toe contact, lachte naar de tribune. Dat kon, want de voorsprong was ruim en werd zelfs nog ruimer (5-0).

Verbeterpunten

Dat Oranje een Afrikaanse grootmacht als Ivoorkust met zulke cijfers versloeg, is op papier indrukwekkend, maar de weerstand van de Olifanten was te pover om echt conclusies te trekken. Ook was het spel van Oranje niet zo goed als de cijfers veronderstellen. “We begonnen slordig”, aldus Robben. “We creëerden wel kansen en scoorden. Een 5-0 resultaat is goed, maar het tempo moet omhoog en we moeten nog iets beter gaan voetballen.”

De belangrijkste conclusie was misschien wel dat Robben fit bleef. Interim-bondscoach Fred Grim had er ook voor kunnen kiezen om Robben slechts één helft te laten spelen of helemaal niet. Om elk risico te vermijden. Maar hij liet zijn sterspeler 78 minuten staan.

Na afloop kwam Robben nog even langs in de mixed zone. Hij zei meteen dat hij niet het hele rondje ging lopen en riep alle media bijeen. Dinsdag treft hij de nieuwe bondscoach, Dick Advocaat. “We gaan min of meer op dezelfde voet verder, alleen met een nieuwe trainer en die zet zijn eigen accenten”, stelde Robben. “Voetbalinhoudelijk heb ik nog niet met hem gesproken. We zien elkaar deze week. Dan gaan we rustig een bakkie koffie drinken. Of iets anders, want ik lust geen koffie.”

Al te lang bleef Robben niet hangen. Hij had een beetje haast. Zijn familie wachtte. Morgen een vrije dag. Weer de liever vader. Daarna Luxemburg. Weer de strenge vader.

Denken aan Van Persie bij De Kuip

 

 

 

Oranje in Marokko

Ergst voor de kleine jongen…

Ajax wacht stoelendans op middenveld

Zondag 28 mei 2017(NOS)Ajax heeft een seizoen zonder prijs achter de rug, maar wel een waarin de Amsterdamse club het publiek weer op de banken kreeg. Met een jonge selectie, waar nog rek in zit. Een leegloop is niet waarschijnlijk, maar een vertrek van een of twee steunpilaren wel.

In de achterhoede groeide Davinson Sánchez afgelopen seizoen uit tot zo’n steunpilaar. Niet voor niets werd de 20-jarige Colombiaanse centrale verdediger door de fans verkozen tot Speler van het Jaar.

Wat als Sánchez na een seizoen in Amsterdam al vertrekt? Naar verluidt heeft onder meer Barcelona belangstelling. “Een vertrek van Sánchez kan je opvangen met Matthijs de Ligt en Nick Viergever”, zegt schrijver en Ajax-volger Henk Spaan.

‘Zeefuik voor Tete of Veltman’

Daarnaast moet Ajax rekening houden met een vertrek van een of twee rechtsbacks, Kenny Tete en Joël Veltman. “Een vertrek van een van de twee kan opgevangen worden door Deyovaisio Zeefuik”, weet Spaan. “Een goede rechtsback. Fysiek sterk.”

Op links lijkt vooralsnog geen vacature te komen. “Daley Sinkgraven zal niet worden verkocht en ik weet niet of er belangstelling is voor Jairo Riedewald.”

Op doel blijft André Onana de onbetwiste nummer één en in de aanval is Kasper Dolberg een zekerheidje. “Ik hoop ook dat Amin Younes blijft”, aldus Spaan. “Hij heeft als vleugelspeler het meeste rendement en komt zijn man voorbij. David Neres toont progressie, maar moet nog groeien.”

“Met Justin Kluivert moet ik het nog zien”, voegt Spaan toe. “Hij is Václav Cerný wel voorbij. Kluivert maakt acties, maar hoe vaak komt hij nu echt zijn man voorbij? En hij kan niet verdedigen.”

‘Vertrek Klaassen een probleem’

Interessant worden vooral de ontwikkelingen op het middenveld. Een stoelendans is mogelijk. Het min of meer vaste trio Davy Klaassen, Lasse Schöne en Hakim Ziyech dreigt uit elkaar te vallen. Daarachter staat de jeugd te trappelen van ongeduld.

“Klaassen gaat weg”, aldus Spaan. “Dat scheelt heel veel. Die heeft een groei van heb ik jou daar doorgemaakt. Is nu al Europese subtop. Zijn vertrek zou een enorm verlies zijn, qua persoonlijkheid en qua spelinzicht.”

“Een vertrek van Klaassen en Sánchez zou een probleem zijn”, zegt ook Kok. “Hopelijk is de clubleiding pro-actief. Ze moeten nu al bezig zijn met vervangers die net zo goed zijn. Ook aan Peter Bosz kan nog worden getrokken. Iedereen herkent de hand van de coach.”

Van de Beek voor Schöne

Lasse Schöne gaat volgens Spaan zijn plek verliezen aan Donny van de Beek. “Schöne is goed voor de eredivisie, maar zijn handelingssnelheid is te laag voor Europees voetbal. Hij heeft wel een goed overzicht, maar Van de Beek heeft veel meer dynamiek.”

Voor Ziyech heeft Kok een belangrijke rol in gedachten. “Hij heeft zich de pestpokken gewerkt en moet nu ook een leidend figuur worden.”

Andere middenveldopties zijn talenten Abdelhak Nouri en Frenkie de Jong, evenals Van de Beek net 20 jaar oud. Zij vormden afgelopen seizoen al het schaduwmiddenveld van Ajax en kwamen ook regelmatig uit in Jong Ajax. Daarachter zit ook nog de 19-jarige Carel Eiting, een nummer 6.

“Ik hoop dat ik Nouri veel ga zien in het eerste”, aldus Spaan. “Hij is afgelopen seizoen bijna nooit slecht ingevallen en maakte tien goals en gaf elf assists in de Jupiler League. Hij zou op de plek van Klaassen kunnen spelen, al is hij beter op links.”

‘Nouri moet spelen of worden verhuurd’

Volgens Kok moet Nouri gaan spelen of worden verhuurd. “Hij is al 20. Bij Utrecht of Heerenveen had hij dit jaar een leuk seizoen in de eredivisie kunnen spelen. Door de komst van Ziyech heeft hij nauwelijks gespeeld. Ik ben benieuwd of hij het redt.”

“Ze moeten het wel laten zien”, stelt ook Spaan.

“Er zou ook nog aan Bosz kunnen worden getrokken”, besluit Kok. “Iedereen herkent zijn hand. De finale wordt natuurlijk veel bekeken. De clubleiding moet pro-actief zijn, nu al mee bezig zijn om vervangers te halen die zeker zo goed zijn.”

Noot van mezelf: En zo is het. Nouri, De Jong en Van de Beek moeten zich verder ontwikkelen. Daarnaast moeten ze hopen dat Marc Overmars bij een eventueel vertrek van Klaassen op hen vertrouwt.

Geest van Cruijff terug bij Ajax, maar voor hoelang?

24 mei 2017(NOS.nl)–Zeven jaar geleden trok Johan Cruijff aan de noodrem. Hij herkende zijn Ajax niet meer. Het begin van een ommezwaai. De verre van fluwelen revolutie hield geen stand en Cruijff trok zijn handen af van Ajax. Ruim een jaar na de dood van het clubicoon staat zijn club weer in een Europese finale. Terug aan het Europese front. Met spelers uit de eigen jeugd, aangevuld met grote buitenlandse talenten en gerichte versterkingen. Met Cruijffiaans voetbal bovendien. Is de Cruijff-revolutie met terugwerkende kracht dan toch geslaagd?

 

Enige mate van trots kan Ruben Jongkind niet onderdrukken. Van halverwege 2011 tot eind 2015 was hij verantwoordelijk voor de implementatie van het plan-Cruijff en was hij hoofd talentontwikkeling bij Ajax. Samen met hoofd jeugdopleiding Wim Jonk bepaalde hij de koers op De Toekomst. “Leuk om te zien dat jongens met wie ik heb gewerkt nu dit niveau halen”, zegt Jongkind. “Maar ik ga niet roepen dat we het fantastisch hebben gedaan. Dat laat ik aan anderen over.”

Jongkind en Jonk konden hun werk in Amsterdam niet afmaken. Na het ontslag van Jonk en het vertrek van Cruijff als adviseur ging ook Jongkind eind 2015 weg bij Ajax.

Aansluiting bij Europese top

De belangrijkste pijler van het Plan-Cruijff, mede geschreven door Jongkind, was het idee dat Ajax in de jeugdopleiding meer naar het individu en minder naar het team moest kijken. Via een individueel traject moesten jeugdspelers met hulp van performance-coaches niet alleen technisch en tactisch, maar ook mentaal en fysiek sneller klaar zijn voor het eerste elftal. Mede met die vroegrijpe jongelingen moest Ajax dan weer aansluiting vinden bij de Europese top.

De vijf pijlers van het Plan Cruijff

1) Ajax is een opleidingsclub en werkt vanuit de filosofie van het individueel opleiden

2) Ajax doet slechts gerichte aankopen die een directe versterking zijn voor Ajax 1

3) Ajax speelt aanvallend en attractief voetbal

4) Ajax werkt samen, zowel nationaal als internationaal

5) Ajax neemt de belangrijkste voetbalbesluiten in het technisch hart 

De Europa League is nog geen Europese top, maar Ajax maakt anno 2017 in ieder geval weer naam.  Met meerdere spelers die in hun opleiding in meer of mindere mate te maken hebben gehad met het Plan-Cruijff. Van de huidige selectie doorliepen Abdelhak Nouri, Donny van de Beek, Justin Kluivert en Matthijs de Ligt het langste traject.

Individuele benadering

Jongkind legt uit waar met genoemd viertal aan werd gewerkt. “Kluivert moest niet alleen binnendoor passeren, maar ook buitenom. Daarmee train je ook zijn tweebenigheid. Achteraf had dat zelfs nog beter gekund. Bij Van de Beek werd aan zijn fysiek gewerkt. En aan sneller de diepte zoeken.”

“Nouri moest sneller naar  voren spelen, want hij wilde nog weleens een extra kapbeweging doen”, gaat Jongkind verder. “Daar heeft Wim met hem over gesproken. Dan bekeken ze ook samen beelden. Aanname, doorversnellen en zelf schieten. Meer in schietpositie komen. Functioneler worden. Dat zie je wel terug. Ook sterker worden was onderdeel van zijn plan. Het gaat niet alleen om voetbal, maar ook om fysiek. Het complete pakket.”

“De Ligt hebben we heel lang op het middenveld laten spelen”, aldus Jongkind. “Bewust, om zijn handelingssnelheid te verhogen. Op het middenveld moet je sneller handelen, spelen in 360 graden. Dan krijg je een beter inzicht. Als centrale verdediger heb je het spel voor je. Het opstellen van spelers die beter zijn als centrale verdediger dan als middenvelder kan wel ten koste gaan van het team. Met Matthijs als centrale verdediger zou elk jeugdteam ongetwijfeld minder tegengoals krijgen. Maar wie herinnert zich nog de uitslag van de C2 tegen VVV C2 op 12 november 2011? Dat is dus ondergeschikt aan het hogere doel.”

Ajax-spelers in huidige A-selectie die in de opleiding in meerdere of mindere mate te maken hebben gehad met het Plan-Cruijff:

Matthijs de Ligt (17 jaar), Justin Kluivert (18), Deyovaisio Zeefuik (19), Carel Eiting (19), Kasper Dolberg (19), Václav Cerný (19), Donny van de Beek (20), Abdelhak Nouri (20), Jairo Riedewald (20), Pelle Clement (21) en Kenny Tete (21).

Jongkind legt uit waar met genoemd viertal aan werd gewerkt. “Kluivert moest niet alleen binnendoor passeren, maar ook buitenom.

Nouri, Van de Beek, De Ligt en Kluivert staan inmiddels geregeld in Ajax 1. De vraag blijft natuurlijk altijd waar deze spelers hadden gestaan als ze niet met het Plan-Cruijff te maken hadden gehad. Ajax-volger en (sport)schrijver Henk Spaan heeft het antwoord ook niet. “Moeilijk om te zeggen of het huidige succes echt een relatie heeft met het plan-Cruijff”, zegt Spaan. “Er zitten nog elementen geïmplementeerd in de opleiding. Maar het gaat verder terug. Jan Olde Riekerink stelde in 2007 Wim Jonk aan als eerste individuele trainer, als techniektrainer. Daar begon het al. Later liep het wat uit de hand onder Jonk en Jongkind. Met steeds meer de nadruk op fysiek.”

“Er heeft altijd veel knowhow in de jeugdopleiding gezeten”, zegt Spaan. “En Ajax is bevoorrecht. Alle grote talenten willen voor Ajax spelen. Het is bijna onmogelijk om de jeugdopleiding van Ajax te verzieken.”

Aankopen

Sleutelfiguren waren ze zeker niet in het Europese seizoen, de eigen jeugd, Nouri, Van de Beek, De Ligt en Kluivert. Voor veel van de jonge spelers in de huidige selectie geldt bovendien dat ze niet of nauwelijks met het Plan-Cruijff te maken hebben gehad. Denk aan André Onana, Davinson Sánchez en Kasper Dolberg. Of aan Hakim Ziyech, Lasse Schöne, Amin Younes, Bertrand Traoré en Nick Viergever.

“De aankopen doen het goed”, zegt Spaan. “Het eerste elftal steunt op aankopen, niet op eigen jeugd. Daarachter zit heel veel diepte en dat komt wel weer door de jeugd.”

“Sánchez was heel belangrijk”, aldus sportschrijver en historicus Auke Kok, momenteel bezig aan de biografie van Johan Cruijff. “Zijn impact is te vergelijken met het halen van Velibor Vasovic (in 1966 van Partizan Belgrado) en het terughalen van Frank Rijkaard (in 1993 van AC Milan). Een rustpunt achterin. Houdt ballen tegen. Dat straalt af op het hele team. Zonder Sánchez was dit allemaal niet gebeurd.”

Volgens Kok had Coach Bosz ook wat geluk. “Frank de Boer kreeg geen versterkingen en Bosz kreeg Hakim Ziyech erbij. En de ontwikkeling van Onana had niemand voor mogelijk gehouden. Ik heb hem in Jong Ajax zien spelen. Hij was toen een clown, vooral met uitkomen. En nu maar één blunder in één seizoen. Ongekend. Dat had niemand gedacht.”

Dolberg

De prestaties van Dolberg vallen volgens Kok en Spaan eveneens in de categorie onverwachte meevallers. Spaan was erbij toen Dolberg zijn eerste minuten maakte in een Ajax-shirt. En was niet direct overtuigd. “Het was tegen de A1 van Vitesse. Je kon wel zien dat hij talent had, maar dat hij zo goed zou worden niet. De beste was die wedstrijd een linksbuiten van Vitesse, Kai Koreniuk. Vitesse won met 4-0 en hij maakte drie goals. De enige bij Ajax die gelijk zei dat Dolberg een grote speler zou worden, was Richard Witschge.”

De Deense scout John Steen Olsen tipte Ajax over Dolberg. Het onderwerp zorgde daarop voor onenigheid binnen het technisch hart, bestaande uit trainer Frank de Boer, assistent-trainer Dennis Bergkamp,  directeur spelersbeleid Marc Overmars en hoofd opleiding Jonk. Overmars en Bergkamp wilden hem direct vastleggen, Jonk wilde meer tijd.

“Maar het is een misverstand dat Wim niet achter de komst van Dolberg zou hebben gestaan”, legt Jongkind uit. “Dat is niet waar. Dolberg werd door de scouting gebracht als linksbuiten. Volgens ons protocol loop je dan eerst stage, wordt hij door meerdere mensen, trainers, gezien en dan wordt een besluit genomen. Dat protocol werd niet helemaal gevolgd en de trainers en Wim zeiden dat hij kenmerken van een spits had. Ze wilden hem nog een keer zien als spits. Van boven werd echter besloten hem direct te halen, als linksbuiten. Wij wilden het volgens het protocol doen, dan maak je minder fouten. Fouten kosten de club geld. Daar hoor je vrijwel niemand over, over spelers die niet slagen en wat dat kost.”

“Dolberg had voor Ajax nooit in de spits gespeeld”, gaat Jongkind verder. “Dat is het verhaal. Hij heeft zich vervolgens als spits exceptioneel ontwikkeld. Als linksbuiten was het misschien een ander verhaal geworden. Dat weet je niet. Ook na het volgen van het protocol was Dolberg, denk ik, gewoon naar Ajax gekomen. Gezonde en slimme concurrentie is alleen maar goed.”

Nog een reden voor hoofd opleiding Jonk om niet meteen het sein op groen te zetten voor Dolberg, was dat Ajax met Zakaria El Azzouzi en Adham El Idrissi al twee talentvolle spitsen uit hetzelfde geboortejaar 1997 in huis had. “Op dat moment was het niet zo raar om te vertrouwen op Zakaria El Azzouzi”, zegt Spaan. “Bij Dolberg sprongen nog weleens ballen van zijn voeten als hij ging rennen. El Azzouzi zat toen in een periode waarin hij veel scoorde in A1. Die maakte in een maand meer dan 10 goals. Het geeft wel aan hoe moeilijk scouten is. Progressie is heel moeilijk te voorspellen.”

Een ander twistpunt binnen het technisch hart was de komst van Daley Sinkgraven, die voor zo’n zeven miljoen euro overkwam van sc Heerenveen. “Sinkgraven was een ander geval”, aldus Jongkind. “Bosz heeft nu een linksback van hem gemaakt, maar hij heeft ook een hele periode niks gespeeld. Beetje toevalligheid. Bij Sinkgraven was het bedrag een probleem. Dat geld kun je ook in de opleiding steken zodat je je eigen spelers op een hoger niveau kunt brengen.”

Meer dan anders opleiden

Jongkind benadrukt dat het Plan-Cruijff niet alleen ging over opleiden. “Het ging ook over aanvallend voetbal, directe versterkingen halen, een technisch hart en versterken van nationale en internationale samenwerkingen. Totdat Johan en wij vertrokken, verliep alleen de opleiding echt volgens plan. Het bestuur pakte niet door of durfde niet door te pakken toen de andere onderdelen werden genegeerd of verwaarloosd.”

“Het jammere is dat pas na ons vertrek door de aanstelling van Peter Bosz en het gerichter scouten en investeren in directe versterkingen, beter invulling werd gegeven aan in elk geval twee onderdelen van het Plan. Dat is dus een paar jaar te laat.”

Cruijffiaans spel

Zonder Jongkind, zonder Jonk en zonder Cruijff hervond Ajax dit seizoen weer wat van zijn traditionele waarden. Zowaar was het weer regelmatig genieten in de Arena. “Het is een paradox”, aldus Auke Kok. “De letter van Cruijff is losgelaten, maar ze zijn Cruijffiaanser gaan spelen. Afjagen, vastzetten, druk zetten, vleugelspel. Allemaal uitgangspunten van Cruijff. Van de trainer Frank de Boer was Cruijff geen fan. De bal ging met hem veel te weinig voorwaarts.”

“Nu is het spel Cruijffiaanser”, gaat Kok verder. “Eigenlijk gek om tijdens de revolutie van Cruijff een coach te hebben die niet denkt in lijn van Cruijff. Het spel is nu avontuurlijker. Met ruimte voor impulsiviteit. Dat hoort allemaal heel erg bij Cruijff. Cruijffiaans is dat een speler in aanval doet wat hij voelt. Dingen durven, durven te falen. Cruijff heeft voetbal altijd als een pragmatische zaak gezien. Handelen naar de stand van zaken. De Boer was meer Van Gaal dan Cruijff, legde meer nadruk op tactiek.”

Jongkind beaamt dat het huidige spel van Ajax op onderdelen Cruijffiaans is. “Snel diepte, de 5-seconden-regel (als de tegenstander de bal heeft, moet elftal bal binnen vijf tellen heroveren), wat wij in de jeugd sinds 2012 de 3-seconden-regel noemden. Kleiner veld, compact, druk zetten. Allemaal Cruijffiaanse principes. Er is nu een trainer gehaald die dat aanvallende voetbal nastreeft en de spelers passen bij dat spel. Ze zijn ook op die manier opgeleid en dat maakt de aanpassing makkelijker.”

Dankzij Bosz

Voor Kok is de komst van Bosz de eerste verklaring die in hem opkomt voor het huidige succes. “Onder Frank de Boer heeft Ajax nooit zo geswingd als nu. Heel anders dan aan begin van het seizoen. Zoveel zelfvertrouwen, teamspirit, combineren, aanvalslust. Een klein wonder.”

Spaan plaatst een kanttekening bij de zogenoemde verwantschap tussen Bosz en Cruijff.  “Het valt te prijzen dat Bosz steeds Cruijff roemt, maar de enige overeenkomst tussen Bosz en Cruijff is het pressievoetbal à la 1974. Dat pressievoetbal wordt trouwens ook door meer buitenlandse coaches gespeeld. Zoals Jürgen Klopp en Pep Guardiola. Verder is het verwantschap tussen Cruijff en Bosz onzin. Is ook een beetje romantiek.”

Ook de factor geluk is volgens Spaan een verklaring voor het succes (“Het had ook anders kunnen lopen tegen Schalke en Lyon”) en Kok wijst op de chemie die tijdens het seizoen ontstond tussen de spelers (“Bij iedereen komt het beste naar boven”). En dat niet alleen. Ook het Amsterdamse publiek krijgt een pluim. “Fascinerend”, aldus Kok. “Nieuw ook. Het Ajax-publiek heeft jarenlang lopen slapen. Nu is er een ongelooflijke chemie. On-Amsterdams, Kuipiaans. Dat is zeker ook een inspiratie voor de spelers.”

Zorgen

Jongkind ziet anderhalf na zijn vertrek bij Ajax dat de gedachte achter het Plan-Cruijff steeds meer navolging krijgt. “Bij verschillende clubs in de eredivisie, bij de KNVB, maar ook een club als Villarreal heeft elementen van onze werkwijze overgenomen. Er wordt nu in Nederland ineens gesproken over ‘principes’, over ‘methodologie’ en verschillende clubs hebben nu ‘performance-coaches’ . Daarnaast is er meer aandacht voor het individu. Cruijffiaans. Een verandering. Je ziet nu ook dat de lichtingen een hoger niveau hebben dan voorheen. Er is steeds meer aandacht voor het spelerparadigma. Dat maakt mij natuurlijk ook een blijer mens.”

Maar over de ontwikkelingen bij Ajax heeft Jongkind een dubbel gevoel. “In de opleiding zijn een aantal zaken veranderd waardoor daar in elk geval niet meer sprake meer is van Plan-Cruijff”, stelt Jongkind. “Er gebeuren weer dingen waar we ons zorgen om maken. Er wordt teruggegrepen naar het teamparadigma. De methodologie is eruit gegooid. Dat was de bewaking van de trainingen en de visie. We moeten ervoor waken dat alles wordt weggegooid. Veel spelers en ouders zoeken niet voor niets hulp buiten de club. Wat Johan ook zei: juist als het goed gaat, moet je durven ingrijpen. Verder wordt nog steeds onvoldoende invulling gegeven aan de internationale samenwerkingen. Ook is het voor ons nu niet duidelijk hoe de technische organisatie in elkaar zit.”

“Over vijf jaar zien we de gevolgen van wat er nu gebeurt”, besluit Jongkind. “Zoiets gaat in intervallen van 5,6 jaar. We zitten nu op weer op een berg, maar straks misschien weer in een dal.”

Reinvented Ajax back in European spotlight

THE HAGUE, May 23 (Xinhua) — With a style that brings back memories of the good old times, Ajax are back at the European forefront again, as the Dutch club are to play their first European final since 1996 on Wednesday against Manchester United in Stockholm.

Donny van de Beek, one of the most promising prospects of Dutch football, is eager to show himself in Stockholm, Sweden, as starter or as substitute.

“It has been such a long time ago for Ajax since the last final,” Van de Beek told Xinhua at the Ajax training center. “I even haven’t experienced this as a fan. I notice that this is very special for the people, for the fans. They only talk about one thing: Stockholm.”

Born in 1997, after the last European final of Ajax, the 20-year-old midfielder is a product of the famous Ajax youth academy, which produced so many big names like Marco van Basten, Frank Rijkaard and the late Johan Cruyff and Piet Keizer.

“For a long time people in the Netherlands thought that it was not possible for Dutch clubs to play in European finals, due to the financial differences between Dutch clubs and other countries,” Ajax head coach Peter Bosz added during the international press conference in Amsterdam last week. “But we managed it. I have the feeling that everybody in the Netherlands is proud of us. That is important for Dutch football.”

Every soccer lover knows about the famous Ajax of the beginning of the seventies. Under guidance of master Johan Cruyff the Amsterdam based giants conquered Europe by winning the European Champions Cup three times in a row, in 1971, 1972 and 1973. The attacking style of play was breaking with an international trend of defensive soccer at that time.

The Ajax team formed the base for the Dutch national team that stole the hearts of the world one year later at the 1974 World Cup in Germany. Although the Netherlands lost the final against the hosts, the Dutch made an everlasting impression. Forever the Dutch will remembered for that style, “Total Football”. A beautiful, but also a difficult legacy.

Since that time, Ajax had a revival under coach Cruyff and players Marco van Basten and Frank Rijkaard when they won the European Cup Winners Cup in 1987. Under coach Louis van Gaal Ajax had another peak, by winning the UEFA Cup in 1992 and the Champions League in 1995. After losing the Champions League final of 1996 against Juventus a long European silence arose.

Times changed over the last 21 years. Due to the changing circumstances, rising financial differences with European major leagues and some bad choices Ajax drifted away from the top. It was Johan Cruyff himself who tried to stop the downfall in 2010, after he saw an Ajax lose to Real Madrid twice in the Champions League in a style which wasn’t the Ajax way. “I do not recognize Ajax anymore,” he said.

Cruyff started a revolution at his club, which led to a change of the youth system to a more individual approach and more former club players as coaches and on leading positions. After five restless years the revolution failed and Cruyff decided to quit advising Ajax by the end of 2015. However, now, over one year after he died from lung cancer, his spirit seems back at Ajax.

“I am inspired by Cruyff’s football in the seventies, by the Dutch team coached by Rinus Michels,” Bosz said. “It is important for Dutch football that Cruyff is remembered for this way of playing. I have the same clear vision. Our way of playing is similar. An attacking style.”

With the 53-year-old Bosz, who succeeded Frank de Boer last summer after spells at Dutch clubs De Graafschap, Heracles Almelo and Vitesse, Ajax had a difficult start of the season, with a different line-up than now, but during the course of the season Bosz found the team he could play with according to his attacking principles of football, by putting pressure on the opponent, also in the final.

“Of course we want to win the final, but like all season we try to win in an attractive way,” Bosz said. “Some people say we play naive. If you lose, they are right. This season we show we can win with attacking football. Bayern Munich and FC Barcelona also show it.”

With summer signings Davinson Sanchez, a Colombian defender, Hakim Ziyech, a Dutch-Moroccan playmaker as key players, alongside the 19-year-old Danish prodigy Kasper Dolberg as convincing number one striker, goalkeeper Andre Onana from Cameroon and Dutch captain Davy Klaassen, Bosz has a base he could build his team on.

In addition, some new exciting Dutch talents showed themselves in the first team, like the 17-year-old defender Matthijs de Ligt, the 20-year-old midfielders Van de Beek, Abdelhak Nouri and Frenkie de Jong and the 18-year-old winger Justin Kluivert, the son of former Ajax player Patrick Kluivert, who produced the winning goal for Ajax in the 1995 Champions League final against AC Milan.

Ajax finished on top of the Europa League group with Celta de Vigo, Standard Liege and Panathinaikos and beat Legia Warszawa, FC Kopenhagen, Schalke 04 and Olympique Lyonnais in the following rounds to grab a final berth. Especially the home matches against Schalke (2-0) and Lyon (4-1) were highlights in the European season, when Ajax outclassed their opponents with high tempo, high pressure play, like it did in the seventies.

Van de Beek got a chance in the starting line-up as central midfielder at home against Schalke as replacement for Lasse Schone. He impressed with his vision and dynamics and hopes for a final spot as well. In both the home match against Schalke and in the away match in Lyon as substitute he hit the cross-bar. “I hope it goes in in the final,” Van de Beek said.

The returns of the matches against Schalke and Lyon also saw the vulnerability of the ‘Bosz Babes’, with Ajax losing 3-2 after extra time in Germany and losing 3-1 in France.

Not surprisingly Ajax have fielded nine of the ten youngest starting line-ups this Europa League season with the exception of the youngest: Racing Genk (21 years, 365 days) in their 2-0 win at Sassuolo on December 9.

De Ligt might get a starting spot in the final, also because Nick Viergever is suspended. He will be 17 years and 285 days old on the day of the final and can become the youngest player ever to feature in a final of a European Cup competition (excluding European Super Cup), surpassing Fiorentina’s Alberto Malusci (17 years, 313 days) who played two minutes in the first leg of the 1989-1990 final.

Although the young Dutch players are no key players yet, it is clear a new talented Dutch generation emerges which could make an end to a mediocre period for Dutch football. If history repeats itself, a new glorious period for Dutch football is coming up after Ajax wins the final. The win of the European Cup Winners Cup in 1987 also made an end to a mediocre period and was the start of good times for Dutch football.

“I hope we can write history with this team,” Van de Beek said. “I know some teammates for so long after playing with them in the youth academy of Ajax. Winning the final with them would be great. You never know if such a chance comes again in your career.”

If Van de Beek wins the Cup, he will definitely be congratulated by the 78-year-old Sjaak Swart. The Dutch soccer legend, part of the golden Ajax team of the seventies, has been a mentor and friend for him for many years. Van de Beek even sleeps at Swart’s and his wife’s house once in a while. “Sjaak told me how special it was to win a European final. I hope I can tell him the same thing soon,” said Van de Beek.

Aanloop naar finale

  • About Jesse Wieten

  • Recent posts

  • Twitter

  • Categorieën

  • Archief

  • Meta