Geest van Cruijff terug bij Ajax, maar voor hoelang?

24 mei 2017(NOS.nl)–Zeven jaar geleden trok Johan Cruijff aan de noodrem. Hij herkende zijn Ajax niet meer. Het begin van een ommezwaai. De verre van fluwelen revolutie hield geen stand en Cruijff trok zijn handen af van Ajax. Ruim een jaar na de dood van het clubicoon staat zijn club weer in een Europese finale. Terug aan het Europese front. Met spelers uit de eigen jeugd, aangevuld met grote buitenlandse talenten en gerichte versterkingen. Met Cruijffiaans voetbal bovendien. Is de Cruijff-revolutie met terugwerkende kracht dan toch geslaagd?

 

Enige mate van trots kan Ruben Jongkind niet onderdrukken. Van halverwege 2011 tot eind 2015 was hij verantwoordelijk voor de implementatie van het plan-Cruijff en was hij hoofd talentontwikkeling bij Ajax. Samen met hoofd jeugdopleiding Wim Jonk bepaalde hij de koers op De Toekomst. “Leuk om te zien dat jongens met wie ik heb gewerkt nu dit niveau halen”, zegt Jongkind. “Maar ik ga niet roepen dat we het fantastisch hebben gedaan. Dat laat ik aan anderen over.”

Jongkind en Jonk konden hun werk in Amsterdam niet afmaken. Na het ontslag van Jonk en het vertrek van Cruijff als adviseur ging ook Jongkind eind 2015 weg bij Ajax.

Aansluiting bij Europese top

De belangrijkste pijler van het Plan-Cruijff, mede geschreven door Jongkind, was het idee dat Ajax in de jeugdopleiding meer naar het individu en minder naar het team moest kijken. Via een individueel traject moesten jeugdspelers met hulp van performance-coaches niet alleen technisch en tactisch, maar ook mentaal en fysiek sneller klaar zijn voor het eerste elftal. Mede met die vroegrijpe jongelingen moest Ajax dan weer aansluiting vinden bij de Europese top.

De vijf pijlers van het Plan Cruijff

1) Ajax is een opleidingsclub en werkt vanuit de filosofie van het individueel opleiden

2) Ajax doet slechts gerichte aankopen die een directe versterking zijn voor Ajax 1

3) Ajax speelt aanvallend en attractief voetbal

4) Ajax werkt samen, zowel nationaal als internationaal

5) Ajax neemt de belangrijkste voetbalbesluiten in het technisch hart 

De Europa League is nog geen Europese top, maar Ajax maakt anno 2017 in ieder geval weer naam.  Met meerdere spelers die in hun opleiding in meer of mindere mate te maken hebben gehad met het Plan-Cruijff. Van de huidige selectie doorliepen Abdelhak Nouri, Donny van de Beek, Justin Kluivert en Matthijs de Ligt het langste traject.

Individuele benadering

Jongkind legt uit waar met genoemd viertal aan werd gewerkt. “Kluivert moest niet alleen binnendoor passeren, maar ook buitenom. Daarmee train je ook zijn tweebenigheid. Achteraf had dat zelfs nog beter gekund. Bij Van de Beek werd aan zijn fysiek gewerkt. En aan sneller de diepte zoeken.”

“Nouri moest sneller naar  voren spelen, want hij wilde nog weleens een extra kapbeweging doen”, gaat Jongkind verder. “Daar heeft Wim met hem over gesproken. Dan bekeken ze ook samen beelden. Aanname, doorversnellen en zelf schieten. Meer in schietpositie komen. Functioneler worden. Dat zie je wel terug. Ook sterker worden was onderdeel van zijn plan. Het gaat niet alleen om voetbal, maar ook om fysiek. Het complete pakket.”

“De Ligt hebben we heel lang op het middenveld laten spelen”, aldus Jongkind. “Bewust, om zijn handelingssnelheid te verhogen. Op het middenveld moet je sneller handelen, spelen in 360 graden. Dan krijg je een beter inzicht. Als centrale verdediger heb je het spel voor je. Het opstellen van spelers die beter zijn als centrale verdediger dan als middenvelder kan wel ten koste gaan van het team. Met Matthijs als centrale verdediger zou elk jeugdteam ongetwijfeld minder tegengoals krijgen. Maar wie herinnert zich nog de uitslag van de C2 tegen VVV C2 op 12 november 2011? Dat is dus ondergeschikt aan het hogere doel.”

Ajax-spelers in huidige A-selectie die in de opleiding in meerdere of mindere mate te maken hebben gehad met het Plan-Cruijff:

Matthijs de Ligt (17 jaar), Justin Kluivert (18), Deyovaisio Zeefuik (19), Carel Eiting (19), Kasper Dolberg (19), Václav Cerný (19), Donny van de Beek (20), Abdelhak Nouri (20), Jairo Riedewald (20), Pelle Clement (21) en Kenny Tete (21).

Jongkind legt uit waar met genoemd viertal aan werd gewerkt. “Kluivert moest niet alleen binnendoor passeren, maar ook buitenom.

Nouri, Van de Beek, De Ligt en Kluivert staan inmiddels geregeld in Ajax 1. De vraag blijft natuurlijk altijd waar deze spelers hadden gestaan als ze niet met het Plan-Cruijff te maken hadden gehad. Ajax-volger en (sport)schrijver Henk Spaan heeft het antwoord ook niet. “Moeilijk om te zeggen of het huidige succes echt een relatie heeft met het plan-Cruijff”, zegt Spaan. “Er zitten nog elementen geïmplementeerd in de opleiding. Maar het gaat verder terug. Jan Olde Riekerink stelde in 2007 Wim Jonk aan als eerste individuele trainer, als techniektrainer. Daar begon het al. Later liep het wat uit de hand onder Jonk en Jongkind. Met steeds meer de nadruk op fysiek.”

“Er heeft altijd veel knowhow in de jeugdopleiding gezeten”, zegt Spaan. “En Ajax is bevoorrecht. Alle grote talenten willen voor Ajax spelen. Het is bijna onmogelijk om de jeugdopleiding van Ajax te verzieken.”

Aankopen

Sleutelfiguren waren ze zeker niet in het Europese seizoen, de eigen jeugd, Nouri, Van de Beek, De Ligt en Kluivert. Voor veel van de jonge spelers in de huidige selectie geldt bovendien dat ze niet of nauwelijks met het Plan-Cruijff te maken hebben gehad. Denk aan André Onana, Davinson Sánchez en Kasper Dolberg. Of aan Hakim Ziyech, Lasse Schöne, Amin Younes, Bertrand Traoré en Nick Viergever.

“De aankopen doen het goed”, zegt Spaan. “Het eerste elftal steunt op aankopen, niet op eigen jeugd. Daarachter zit heel veel diepte en dat komt wel weer door de jeugd.”

“Sánchez was heel belangrijk”, aldus sportschrijver en historicus Auke Kok, momenteel bezig aan de biografie van Johan Cruijff. “Zijn impact is te vergelijken met het halen van Velibor Vasovic (in 1966 van Partizan Belgrado) en het terughalen van Frank Rijkaard (in 1993 van AC Milan). Een rustpunt achterin. Houdt ballen tegen. Dat straalt af op het hele team. Zonder Sánchez was dit allemaal niet gebeurd.”

Volgens Kok had Coach Bosz ook wat geluk. “Frank de Boer kreeg geen versterkingen en Bosz kreeg Hakim Ziyech erbij. En de ontwikkeling van Onana had niemand voor mogelijk gehouden. Ik heb hem in Jong Ajax zien spelen. Hij was toen een clown, vooral met uitkomen. En nu maar één blunder in één seizoen. Ongekend. Dat had niemand gedacht.”

Dolberg

De prestaties van Dolberg vallen volgens Kok en Spaan eveneens in de categorie onverwachte meevallers. Spaan was erbij toen Dolberg zijn eerste minuten maakte in een Ajax-shirt. En was niet direct overtuigd. “Het was tegen de A1 van Vitesse. Je kon wel zien dat hij talent had, maar dat hij zo goed zou worden niet. De beste was die wedstrijd een linksbuiten van Vitesse, Kai Koreniuk. Vitesse won met 4-0 en hij maakte drie goals. De enige bij Ajax die gelijk zei dat Dolberg een grote speler zou worden, was Richard Witschge.”

De Deense scout John Steen Olsen tipte Ajax over Dolberg. Het onderwerp zorgde daarop voor onenigheid binnen het technisch hart, bestaande uit trainer Frank de Boer, assistent-trainer Dennis Bergkamp,  directeur spelersbeleid Marc Overmars en hoofd opleiding Jonk. Overmars en Bergkamp wilden hem direct vastleggen, Jonk wilde meer tijd.

“Maar het is een misverstand dat Wim niet achter de komst van Dolberg zou hebben gestaan”, legt Jongkind uit. “Dat is niet waar. Dolberg werd door de scouting gebracht als linksbuiten. Volgens ons protocol loop je dan eerst stage, wordt hij door meerdere mensen, trainers, gezien en dan wordt een besluit genomen. Dat protocol werd niet helemaal gevolgd en de trainers en Wim zeiden dat hij kenmerken van een spits had. Ze wilden hem nog een keer zien als spits. Van boven werd echter besloten hem direct te halen, als linksbuiten. Wij wilden het volgens het protocol doen, dan maak je minder fouten. Fouten kosten de club geld. Daar hoor je vrijwel niemand over, over spelers die niet slagen en wat dat kost.”

“Dolberg had voor Ajax nooit in de spits gespeeld”, gaat Jongkind verder. “Dat is het verhaal. Hij heeft zich vervolgens als spits exceptioneel ontwikkeld. Als linksbuiten was het misschien een ander verhaal geworden. Dat weet je niet. Ook na het volgen van het protocol was Dolberg, denk ik, gewoon naar Ajax gekomen. Gezonde en slimme concurrentie is alleen maar goed.”

Nog een reden voor hoofd opleiding Jonk om niet meteen het sein op groen te zetten voor Dolberg, was dat Ajax met Zakaria El Azzouzi en Adham El Idrissi al twee talentvolle spitsen uit hetzelfde geboortejaar 1997 in huis had. “Op dat moment was het niet zo raar om te vertrouwen op Zakaria El Azzouzi”, zegt Spaan. “Bij Dolberg sprongen nog weleens ballen van zijn voeten als hij ging rennen. El Azzouzi zat toen in een periode waarin hij veel scoorde in A1. Die maakte in een maand meer dan 10 goals. Het geeft wel aan hoe moeilijk scouten is. Progressie is heel moeilijk te voorspellen.”

Een ander twistpunt binnen het technisch hart was de komst van Daley Sinkgraven, die voor zo’n zeven miljoen euro overkwam van sc Heerenveen. “Sinkgraven was een ander geval”, aldus Jongkind. “Bosz heeft nu een linksback van hem gemaakt, maar hij heeft ook een hele periode niks gespeeld. Beetje toevalligheid. Bij Sinkgraven was het bedrag een probleem. Dat geld kun je ook in de opleiding steken zodat je je eigen spelers op een hoger niveau kunt brengen.”

Meer dan anders opleiden

Jongkind benadrukt dat het Plan-Cruijff niet alleen ging over opleiden. “Het ging ook over aanvallend voetbal, directe versterkingen halen, een technisch hart en versterken van nationale en internationale samenwerkingen. Totdat Johan en wij vertrokken, verliep alleen de opleiding echt volgens plan. Het bestuur pakte niet door of durfde niet door te pakken toen de andere onderdelen werden genegeerd of verwaarloosd.”

“Het jammere is dat pas na ons vertrek door de aanstelling van Peter Bosz en het gerichter scouten en investeren in directe versterkingen, beter invulling werd gegeven aan in elk geval twee onderdelen van het Plan. Dat is dus een paar jaar te laat.”

Cruijffiaans spel

Zonder Jongkind, zonder Jonk en zonder Cruijff hervond Ajax dit seizoen weer wat van zijn traditionele waarden. Zowaar was het weer regelmatig genieten in de Arena. “Het is een paradox”, aldus Auke Kok. “De letter van Cruijff is losgelaten, maar ze zijn Cruijffiaanser gaan spelen. Afjagen, vastzetten, druk zetten, vleugelspel. Allemaal uitgangspunten van Cruijff. Van de trainer Frank de Boer was Cruijff geen fan. De bal ging met hem veel te weinig voorwaarts.”

“Nu is het spel Cruijffiaanser”, gaat Kok verder. “Eigenlijk gek om tijdens de revolutie van Cruijff een coach te hebben die niet denkt in lijn van Cruijff. Het spel is nu avontuurlijker. Met ruimte voor impulsiviteit. Dat hoort allemaal heel erg bij Cruijff. Cruijffiaans is dat een speler in aanval doet wat hij voelt. Dingen durven, durven te falen. Cruijff heeft voetbal altijd als een pragmatische zaak gezien. Handelen naar de stand van zaken. De Boer was meer Van Gaal dan Cruijff, legde meer nadruk op tactiek.”

Jongkind beaamt dat het huidige spel van Ajax op onderdelen Cruijffiaans is. “Snel diepte, de 5-seconden-regel (als de tegenstander de bal heeft, moet elftal bal binnen vijf tellen heroveren), wat wij in de jeugd sinds 2012 de 3-seconden-regel noemden. Kleiner veld, compact, druk zetten. Allemaal Cruijffiaanse principes. Er is nu een trainer gehaald die dat aanvallende voetbal nastreeft en de spelers passen bij dat spel. Ze zijn ook op die manier opgeleid en dat maakt de aanpassing makkelijker.”

Dankzij Bosz

Voor Kok is de komst van Bosz de eerste verklaring die in hem opkomt voor het huidige succes. “Onder Frank de Boer heeft Ajax nooit zo geswingd als nu. Heel anders dan aan begin van het seizoen. Zoveel zelfvertrouwen, teamspirit, combineren, aanvalslust. Een klein wonder.”

Spaan plaatst een kanttekening bij de zogenoemde verwantschap tussen Bosz en Cruijff.  “Het valt te prijzen dat Bosz steeds Cruijff roemt, maar de enige overeenkomst tussen Bosz en Cruijff is het pressievoetbal à la 1974. Dat pressievoetbal wordt trouwens ook door meer buitenlandse coaches gespeeld. Zoals Jürgen Klopp en Pep Guardiola. Verder is het verwantschap tussen Cruijff en Bosz onzin. Is ook een beetje romantiek.”

Ook de factor geluk is volgens Spaan een verklaring voor het succes (“Het had ook anders kunnen lopen tegen Schalke en Lyon”) en Kok wijst op de chemie die tijdens het seizoen ontstond tussen de spelers (“Bij iedereen komt het beste naar boven”). En dat niet alleen. Ook het Amsterdamse publiek krijgt een pluim. “Fascinerend”, aldus Kok. “Nieuw ook. Het Ajax-publiek heeft jarenlang lopen slapen. Nu is er een ongelooflijke chemie. On-Amsterdams, Kuipiaans. Dat is zeker ook een inspiratie voor de spelers.”

Zorgen

Jongkind ziet anderhalf na zijn vertrek bij Ajax dat de gedachte achter het Plan-Cruijff steeds meer navolging krijgt. “Bij verschillende clubs in de eredivisie, bij de KNVB, maar ook een club als Villarreal heeft elementen van onze werkwijze overgenomen. Er wordt nu in Nederland ineens gesproken over ‘principes’, over ‘methodologie’ en verschillende clubs hebben nu ‘performance-coaches’ . Daarnaast is er meer aandacht voor het individu. Cruijffiaans. Een verandering. Je ziet nu ook dat de lichtingen een hoger niveau hebben dan voorheen. Er is steeds meer aandacht voor het spelerparadigma. Dat maakt mij natuurlijk ook een blijer mens.”

Maar over de ontwikkelingen bij Ajax heeft Jongkind een dubbel gevoel. “In de opleiding zijn een aantal zaken veranderd waardoor daar in elk geval niet meer sprake meer is van Plan-Cruijff”, stelt Jongkind. “Er gebeuren weer dingen waar we ons zorgen om maken. Er wordt teruggegrepen naar het teamparadigma. De methodologie is eruit gegooid. Dat was de bewaking van de trainingen en de visie. We moeten ervoor waken dat alles wordt weggegooid. Veel spelers en ouders zoeken niet voor niets hulp buiten de club. Wat Johan ook zei: juist als het goed gaat, moet je durven ingrijpen. Verder wordt nog steeds onvoldoende invulling gegeven aan de internationale samenwerkingen. Ook is het voor ons nu niet duidelijk hoe de technische organisatie in elkaar zit.”

“Over vijf jaar zien we de gevolgen van wat er nu gebeurt”, besluit Jongkind. “Zoiets gaat in intervallen van 5,6 jaar. We zitten nu op weer op een berg, maar straks misschien weer in een dal.”

  • About Jesse Wieten

  • Recent posts

  • Twitter

  • Categorieën

  • Archief

  • Meta